Zoek samen met je groepje informatie over waterkwaliteit, determineren en biotische indices (zie ook informatiebronnen). Gebruik niet alleen internetbronnen, maar ook geschreven bronnen.

Bestudeer de determinatietabellen en let specifiek op het determineren van waterkevers, vissen en waterwantsen. Dit zijn de drie groepen die je later moet gaan vangen en determineren.

Kies welke van de drie groepen (waterkevers, vissen of waterwantsen) je in het veld wilt determineren en zoek extra informatie over je eigen diergroep. Kijk goed wat de aanwezigheid van de betreffende diersoorten zegt over de waterkwaliteit.

Bereid je voor op het veldwerk bij je sloot. Bedenk hoe je bij het vangen van de dieren te werk gaat. Vangmateriaal (netten, hengels, fotobakken, potjes) krijg je van de docent en moet je na het veldwerk weer schoon en heel inleveren.

Beschrijf de algemene situatie bij de sloot. Let op begroeiing (vegetatie), bebouwing en het weer. Maak een tekening van de sloot op schaal.

Vangen doe je samen, determineren van de gevangen beesten doe je alleen voor je eigen diergroep. Determineren doe je met determinatietabellen tot op de soort. Noteer hoe je de dieren vangt, welke dieren je vangt en hoeveel van iedere soort.

Neem één dier per diergroep mee in een potje terug naar school. Wees voorzichtig, vooral met visjes. Maak in de klas een tekening van het dier volgens het tekenprotocol. Deze tekening wordt later weer verwerkt op de poster (of in situ laten tekenen?).

Verwerk je resultaten in een tabel. Bekijk samen de resultaten en bediscussieer ze. Wat betekenen je resultaten voor de waterkwaliteit van je sloot? Gebruik hiervoor de informatie die je eerder gevonden hebt.

Verwerk je veldervaringen, je resultaten en je discussie tot een mooie poster. Verwijs op je poster naar de gebruikte literatuur en andere informatiebronnen. Op de poster mogen geen foto’s. Gebruik voor afbeeldingen je tekeningen van de diersoorten en je sloot. Zorg voor een goed evenwicht tussen tekst en afbeeldingen.